Schrijver, taalkundige, cabaretier, tv-presentator en spreker Wim Daniëls:

‘Fiets is het mooiste Nederlandse woord’

Als het had gekund, had Wim Daniëls een studie over de fiets gevolgd. Maar die bestond niet, dus werd het taalkunde. En vroeg hij zich af: Waar komt het woord ‘fiets’ eigenlijk vandaan? Daniëls dook in de geschiedenis van de fiets en dat leverde een amusante theatervoorstelling op.

Wim-Daniels-FB-illu-DEF-web
Beeld-auteur: Judy Ballast

Met veel plezier reisde Daniëls langs de Nederlandse theaters. Niet op de fiets, want daar waren de afstanden te groot voor. ‘Maar ik benaderde wel telkens de lokale fietsclubs en kreeg vaak het aanbod om een bijzondere fiets op het podium te laten zien en daarover te vertellen.’

Daniëls komt uit een ongemotoriseerd gezin. ‘Wij waren van de fiets’, zegt Daniëls. ‘En mijn moeder van de bus, want die durfde merkwaardig genoeg niet te fietsen.’ Zijn interesse in de fiets is een combinatie van zijn wielerverleden – Daniëls won als adspirant onder andere de Ronde van Gerwen – de vrijheid die hij ervaart op de fiets en het boek Mijn Rijwiel van de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels. ‘Zo’n mooi boek’, vertelt Daniëls. ‘Heel dun, maar hij beschrijft prachtig hoe hij leerde fietsen in zijn geboortedorp.’

‘Waar ik me vooral altijd over heb verbaasd, is dat de fiets zo absurd laat is uitgevonden. Treinen bestaan bijvoorbeeld al sinds 1825, maar de trapfiets werd pas in 1863 uitgevonden. Lange tijd dachten mensen ‘twee wielen achter elkaar en de voeten van de grond, nee, dan kun je onmogelijk overeind blijven’. Maar het kan dus wel. En hoewel er in de beginjaren veel verschillende soorten frames voorbij kwamen, zijn de fietsen van nu fundamenteel niet heel anders dan de kettingfietsen uit 1885. ‘Er zijn wel moderne elementen bij gekomen, maar de essentie is nog hetzelfde.’

Van Gogh was een loper

‘Tijdens mijn voorstelling liet ik ook zien hoe ik heb geleerd een band te plakken. Door de solutie aan te steken. Dan krijg je een enorme vlam. Die blaas je uit en dan steek je het weer aan, totdat er geen vocht meer in de solutie zit. Als je dan een lapje erop doet, laat die nooit meer los. Dat heb ik geleerd van iemand die in het huis woonde waar Vincent van Gogh de Aardappeleters heeft geschilderd. Toen ging ik denken: Van Gogh, die leefde toch in de tijd dat de fiets net op kwam? Dan zal hij wel veel fietsen hebben getekend of geschilderd. Nou, eentje! Een driewieler voor volwassenen. Van Gogh had niets met fietsen, dat was een loper.’

Taal van de fiets

‘Ik vind ‘fiets’ het mooiste woord dat wij in het Nederlands hebben. Ook omdat het echt een exclusief Nederlands woord is. Het Fries heeft het ook, en het Afrikaans, maar die talen zijn verwant aan Nederlands.’ Ook vanwege zijn interesse in etymologie, de herkomst van woorden, houdt het woord ‘fiets’ Daniëls al lang bezig. ‘Er zijn verschillende theorieën over – afgeleid van andere woorden, verbasteringen of klanknabootsing – maar niemand kan met zekerheid zeggen dit is nou dé verklaring. Waar ik de meeste waarde aan hecht: een eponiem. Elie Cornelis Viets was een smid en had een fietsenzaak in Wageningen, waar studenten van de landbouwschool hun fiets lieten repareren. Ik denk dat die studenten het vervoermiddel naar hem hebben vernoemd. Eigenlijk wel fijn om er over te kunnen filosoferen in plaats van dat het een vaststaand feit is.’

Wim Daniels – filosofietsen – foto door Cees van Keulen
Beeld-auteur: Cees van Keulen

Definitie van fiets

Daniëls vindt de definitie in Van Dale nogal schamel. ‘Het valt ook niet mee om een passende definitie van iets te geven. Ik zou uitgaan van een voertuig op twee wielen, de ketting er bij noemen, want dat vind ik een essentieel onderdeel, met trappers op een trapas, die door menskracht in beweging gebracht kan worden. Ik wil elektrische fietsen niet afvallen, want ik zie in mijn omgeving dat veel mensen daar baat bij hebben, maar zou er wel iets over meenemen in de definitie.’

Een driewielfiets hoort er natuurlijk ook bij. ‘Ik heb een boek geschreven over Albert Sutherland Royaards, die wereldkampioen werd op een driewieler. Hij was ook de eerste Nederlander die op de fiets buitenlandse reizen ging maken. Zwaar bewapend, met twee pistolen op zak, zoals alle wereldfietsers destijds. Eerst naar Rusland en later een tocht naar Jeruzalem, die hij bijna niet had overleefd.’

Dat de fiets juist in Nederland zo populair is geworden, heeft volgens Daniëls te maken met het vlakke land, de relatief kleine afstanden én de kwaliteit van de Nederlandse fietsenmakers. ‘Burgers maakte fantastische fietsen en daarna kwamen Fongers en Gazelle. Eigenlijk kom je hier zelden een fiets tegen waarvan je zegt, dat kan echt niet.’
‘Toch is er nog altijd een groep mensen onbekend met de fiets. Dat vind ik verbazingwekkend. Die zijn er nooit mee vertrouwd geraakt en doen zelfs boodschappen binnen vijf kilometer met de auto. Terwijl je in Nederland eigenlijk geen auto nodig hebt, met de combinatie van fiets en openbaar vervoer. Dat zie je ook aan het gigantische succes van de OV-fiets.’

‘De eerste fietsende vrouw in Nederland was een man’

‘De positie van de vrouw in de historie van de fiets is heel bijzonder. Want in het begin mochten vrouwen niet fietsen van de meeste mannen. Het heeft heel lang geduurd voordat dat taboe een beetje weg was. Pas in 1958 legaliseerde de KNWU het vrouwenwielrennen. En toen mochten ze nog maar wedstrijden fietsen van maximaal veertig kilometer. Terwijl in 1938 Mien van Bree wereldkampioen werd op de fiets, maar niet onder de vlag van de Nederlandse bond. De Nieuwe Tilburgse Courant schreef toen een vijfregelig bericht erover, met in de laatste zin ‘Hebben vrouwen niks beters te doen?’ Echt schandalig.

De eerste Nederlandse fietsproducent, Hendricus Burgers, was er juist voorstander van dat vrouwen gingen fietsen. Hij wilde gewoon fietsen verkopen. Ook damesfietsen, want die maakte hij al vanaf het begin. Daar zat geen stang op, vanwege de rokken van de vrouwen. Hij heeft toen een stuk in de krant laten zetten dat er een dame uit Engeland zou komen om te tonen hoe vrouwen konden fietsen. Maar dat was gewoon een van zijn jongste werknemers, en ook nog een man. Je zou bijna kunnen zeggen: de eerste fietsende vrouw in Nederland is een man geweest.’

Categorieën

eelco-portret-bijgesneden

Eelco den Boer-García

Contentmanager

Opgroeiend in Nederland beschouwde ik fietsen als iets vanzelfsprekends, maar tijdens een uitwisselingsjaar in Canada ontdekte ik pas echt de vrijheid die de fiets verschaft. Niet meer afhankelijk van de schoolbus en zelfstandig de natuur in. Ook in Nederland is er echter ruimte voor verbetering om vrij te kunnen blijven fietsen. Via alle kanalen, van de Vogelvrije Fietser en de Fietsflits tot de website en social media, draag ik daar graag een steentje aan bij.